Olie bijvullen? Maak deze fouten niet

Laatst gewijzigd op: | Door:

Olie bijvullen? Maak deze fouten niet

Motorkap omhoog, het oliepeil controleren en daarna bijvullen. Het klinkt als een makkie, maar dat is het voor veel mensen niet. Deze fouten maakt u voortaan niet bij het bijvullen van motorolie.

Een motor kan niet zonder olie. Een te laag motoroliepeil is niet alleen schadelijk voor de motor, maar kan er ook voor zorgen dat de auto plotseling stilstaat. Heel gevaarlijk! Niet voor niets luidt het advies: controleer iedere maand het motoroliepeil. Wacht niet tot het oliedruklampje ineens brandt en u de auto stil moet zetten. Dit geldt ook voor nieuwe auto’s.

In 5 stappen het oliepeil controleren

Om het oliepeil te controleren, is een peilstok onmisbaar. Deze vindt u in het motorblok van de auto. Meestal heeft het een gekleurde ring of gekleurd handvat. Makkelijk te herkennen dus!

1. Zet de auto minimaal 10 minuten stil voordat u de olie gaat peilen.

Zo heeft de olie in het blok tijd om naar beneden te lopen en vult u minder snel te veel olie bij

2. Zorg dat de auto op een vlakke ondergrond staat.

Anders is de meting niet betrouwbaar

3. Maak de peilstok droog en schoon met een doek.

Zorg dat er geen pluisjes aan de stok blijven hangen

4. Doe de peilstok in de tank en haal hem eruit.

Doe dit in een snelle beweging, zo is het betrouwbaar

5. Lees de peilstok af.

Op de peilstok staan 2 streepjes. Als het oliepeil tussen het minimum en maximum zit, is het goed. Wanneer het oliepeil op de min staat, moet u ongeveer een halve liter bijvullen. Staat het oliepeil boven de max? Dan is het verstandig om contact op te nemen met uw garage. Te veel olie is ook niet goed. Wanneer u bij InShared verzekerd bent, kunt u dan contact opnemen met het Schadeteam op tel: 071 364 17 62

De meest gemaakt fouten bij het bijvullen van olie

Hoe vaak u het moet bijvullen, hangt onder andere af van uw rijstijl en hoeveel kilometers u met de auto heeft gereden.

1. De verkeerde olie bijvullen.

Gelukkig hoeft u niet te gokken welke olie u moet gebruiken. In het instructieboekje van uw auto staat dit precies. Let goed op de dikte van de olie. Op de fles motorolie staan 2 getallen, gescheiden door de letter W, bijvoorbeeld 5W30. De getallen staan voor de dikte van de olie en de W voor winter. Het eerste getal geeft aan hoe vloeibaar de olie is in de winter en het tweede getal vertelt hoe vloeibaar de olie is als de motor warm is. Als u de juiste olie niet kunt vinden, is het verstandig om een alternatief te kopen. Iets is altijd beter dan niets

2. Olie morsen.

Niet morsen als u olie bijvult, is een kunst. Helemaal als u een tank met 5 liter olie gebruikt. Naast dat het een geklieder is, is olie morsen niet zonder risico’s. Het kan een zware olieachtige brandlucht veroorzaken als het op de hete delen van de motor komt. De gemorste olie kan ook de distributieriem en andere onderdelen in de motorkap beschadigen. Gebruik daarom altijd een trechter. Handig: veel tankstations hebben een trechter van karton. Anders helpt het om een doek om de vulopening te doen. Toch gemorst? Veeg het dan zo snel mogelijk op

3. Er gaan geen alarmbellen rinkelen als u vaak olie moet bijvullen.

Als u meer dan 1 liter motorolie moet bijvullen op 1000 kilometer, dan is er waarschijnlijk iets mis. Verstandig om dit even te laten controleren

[bron: autogeschiedenis.nl, vaneeks.nl]

Gerelateerde artikelen

Altijd al willen rondsnuffelen in onze archieven?

Nog meer Slimme tips >
we all benefit